dinsdag 15 april 2008

“Op kerstdag van het jaar 428 sprak Nestorius vanaf de kansel voor een enorme menigte, opgekomen om het moederschap van Maria te vieren, deze godslasterlijke woorden: 'Maria heeft geen God gebaard; haar zoon was slechts een mens en het werktuig der godheid'. Bij die woorden voer een huivering van ontsteltenis door de menigte; de wijsgeer Eusebius, 'n gewone leek, zich tot tolk makend van de algemene verontwaardiging, stond op te midden der menigte en verhief zijn stem tegen deze goddeloosheid... Wanneer de herder zich in de wolfshuid hult moet de kudde zich zelf verdedigen. De normale gang van zaken is natuurlijk dat de bisschoppen het gelovige volk onderrichten en dat de onderdanen in de orde van het geloof geen oordeel vellen over de overheid. Maar er bestaan in de geloofsschat waarheden en dingen die zo wezenlijk zijn, dat iedere christen, ze noodzakelijk moet kennen en bewaren... Een verraad als dat van Nestorius komt zelden voor in de kerk; wat wel voorkomt is dat herders om deze of gene reden het stilzwijgen bewaren in omstandigheden waar de godsdienst op het spel staat. De rasechte gelovigen zijn zij die in zulke gevallen alleen bij hun doopsel te rade gaan om te weten wat zij moeten doen...”

[Dom Guéranger, 'Het Liturgisch jaar', deel II, uitgave Gooi en Sticht, 1954, blz. 624]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten