vrijdag 25 augustus 2006

Preek voor de 10e zondag na Pinksteren

Pater Laurent de Mets Geliefde broeders, Laat me je een vraag stellen: is er iets dat je hebt dat je niet van God hebt gekregen? Omdat jullie allemaal de catechismus kennen, hoor ik al zeggen: “Nee, natuurlijk niet!” Laat me nu een andere vraag stellen: welnu, waarom gedraag je je dan alsof God het je niet had gegeven? Nu zou je me misschien niet begrijpen. Laat me dit daarom verduidelijken. Je hebt alles wat je hebt van God ontvangen. Een ieder van jullie kan een lijst maken met dat wat je hebt gekregen: je leven, je bovennatuurlijk leven, dat wat wij Goddelijke Genade noemen, je natuurlijke gaven en talenten, je echtgenoot, je familie, je huis, je auto, het dagelijks eten enz… Op de een of andere wijze is God de oorsprong van alles wat je hebt, ook wanneer je dit niet altijd in het leven van alledag beseft. We Geloven – het is een Katholieke geloofspunt – dat alles onder Gods bestuur valt. Bijgevolg, wanneer je dit of dat als geschenk van God hebt gekregen, dan is dat niet zomaar, daar is een rede voor. Ten eerste, wat je leven betreft. Je bent niet ontstaan uit puur toeval, maar omdat God dit heeft gewild. Je hebt een bepaalde aanleg of een bepaald handicap niet door louter toeval. Je hebt zelfs geen enkel aards bezit alleen omdat je het verdient of omdat je er voor gewerkt hebt, maar ook omdat God toestaat dat je het hebt. We ontkennen niet het bestaan van secundaire oorzaken en de vrije wil, maar we erkennen simpelweg dat Gods Voorzienigheid een realiteit is, zoals de Kerk ons leert. Nogmaals, alles valt onder Gods bestuur, onder zijn Voorzienigheid. Waarom heb je dan zoveel gaven van God gekregen? Laat mij hierop antwoorden door nog een andere vraag te stellen. Waarom bestaan wij? Omdat je nog steeds je catechismus kent hoor ik je al antwoorden: “omdat God ons heeft geschapen opdat wij Hem aanbidden, Hem dienen en Hem lief hebben.” En hier heb je het antwoord op de vorige vraag. Alles dat je hebt is ter ere van God en ik zou willen toevoegen, niet alleen alles wat je hebt, maar ook alles wat je bent, jouw eigen bestaan. Niets is voor jou! Alles is voor God. Met het oog op de lezingen van vandaag zie ik twee belangrijke lessen die we van deze waarheid kunnen leren. Ten eerste, moeten wij nederig zijn als de tollenaar in het Evangelie. Zonden zijn werkelijk van ons en het ergste is dat wij Gods gaven gebruiken om hem met onze zonden te beledigen. Als je goed doet, zoals de Farizeeër, bedenk dan wel dat het goed dat je doet van God komt en dat dit goed ter ere van Hem is, en niet van ons. De tweede les is dat er absoluut geen rede is om jaloers te zijn op een ander. De gaven, de talenten en de bezittingen die andere hebben zijn ter ere van God. Als zij ze hiertoe gebruiken, dan moeten wij ons verheugen. Als zij dat niet doen, dan moeten wij daar bedroefd over zijn en voor hen bidden. Maar wees ervan verzekerd dat God je geeft wat je nodig heeft. Wanneer Hij je meer geeft, wees dan bedachtzaam en gebruik dit overschot ter ere van Hem. Laat wij ons richten naar Onze Lieve Vrouw en haar vragen ons wijsheid te schenken, zodat we, in nederigheid en dankbaarheid, goed gebruik maken van dat wat ons geschonken wordt. Vertaald uit het Engels Bron: http://defidecatholica.blogspot.com/2006/08/sermon-for-10th-sunday-after-pentecost.html

zaterdag 12 augustus 2006

Preek voor de 6e zondag na Pinksteren

Pater Laurent de Mets

[Omdat de preken van pater Demets niet alleen bij mij in de smaak bleken te vallen hier nog een vertaling.]

Het introïtus van vandaag, ontnomen uit Psalm 28, wil ons geloof en onze hoop sterken. “De Heer is de sterkte van zijn volk en de beschermer van het heil van zijn gezalfde.” Het is voor ons goed, en bemoedigend om de Heilige Schrift te openen en deze verzen, die ons Christelijk leven voeden, te lezen. God is mijn sterkte en de beschermer van mijn heil!

Geliefde broeders, wanneer de twijfel opkomt, wanneer de moed je in de schoenen lijkt te zakken, wanneer je moe bent omdat je zoveel taken te vervullen hebt, wanneer je geen licht meer aan het eind van de tunnel ziet, wanneer je op het punt staat om op te geven en de nederlaag te aanvaarden, is het goed je te herinneren dat Onze Heer Jezus Christus je kracht is. Deze gedachte deed Sint Paulus uitroepen: “Als God voor ons is, wie is dan tegen ons?”

Dit vers uit het Epistel aan de Romeinen, dat ik gekozen had voor het gebedsprentje ter herinnering aan mijn priesterwijding, is mij zeer dierbaar – “Als God voor ons is, wie is dan tegen ons?” God is onze sterkte en onze bescherming en niets of niemand kan ons tegenhouden of ons neerhalen als we met God zijn, onder zijn bescherming. Wie is tegen ons? Natuurlijk, door voor God te kiezen, zullen legers van vijanden tegen ons opstaan, maar wat kunnen zij ons doen? Zelfs wanneer zij ons leven nemen, dan zou het ons alleen ten goede komen.

Zo, geliefde broeders, we hebben geen excuus om onze plichten ten opzichte van God, vooral de heiliging van onze ziel, dat werkelijk een plicht is, te verwaarlozen. Verleidingen? Dat is geen excuus. Moeilijkheden. Zij zijn geen excuus. Onze zwakte? Dat is ook geen excuus. Natuurlijk kunnen wel vallen, en God weet hoe zwak het vlees is, maar we kunnen onze plichten niet verwaarlozen en goed uit ons leven verjagen alleen omdat we denken dat wij niet kunnen doen wat Hij van ons verlangt. Wat een misdaad tegenover Hem! Wat een gebrek aan geloof! Wat een schande! Niets kan zo een verzaking rechtvaardigen.

Geliefde broeders, door voor God te kiezen nemen wij niet de makkelijkste weg. Het is weer Sint Paulus die ons vertelt dat wij zijn gedoopt in de dood van Jezus Christus. Wij zijn met Hem begraven. Dit is niet zomaar een beeld, een mooie poëtisch uitgedrukte gedachte. Wij zijn werkelijk dood en begraven met Jezus Christus en met deze waarheid gaan enkele zeer reële verantwoordelijkheden gepaard, die we in een woord kunnen samenvatten: het Kruis!

Het Kruis van Jezus Christus! Wij hangen het graag aan onze muren, dat is leuk, maar gewoonlijk hebben we het niet graag op onze schouders. Maar onze schouders is de meest geschikte plaats voor het kruis. We vinden het leuk om het Kruis te begrijpen en erover te denken, maar wij vinden het niet leuk om haar te dragen. Echter, voordat we een mooi concept hebben om te bregrijpen en over na te denken, zullen we het eerst moeten omarmen en dragen. Het Kruis is onze weg naar verlossingen en de bron van ons leven. Er is geen verlossing en geen leven zonder het Kruis.

Nu komt gewoonlijk het bezwaar: “Maar ik kan dit kruis niet dragen. Het is te zwaar! O God, alstublieft, ik zou graag mijn Kruis met Jezus willen dragen, maar alstublieft, geef mij een ander!”

O mensen van klein geloof! Weet je niet dat God beter weet wat goed voor je is. Weet je niet dat Hij volmaakt wijs is en dat Hij een ieder van ons geeft wat we nodig hebben. Als God jouw dit kruis geeft en niet een ander, dan is dat omdat dit het perfecte kruis voor jou is. En wees ervan verzekerd, Hij zal je de kracht geven om het te dragen.

“De Heer is de sterkte van zijn volk en de beschermer van het heil van zijn gezalfde.” Waar zal je de Heer vinden? Waar zal je de kracht en de bescherming vinden die Hij ons beloofd? Hier op deze plaats, aan het altaar, in het Sacrament van de Eucharistie. Luister naar Jezus: “Als Ik hen zo naar huis laat gaan, zonder dat zij gegeten hebben, zullen zij onderweg bezwijken; want sommigen zijn van verre gekomen.” Ons huis is de hemel en is ver van hier. God weet dat en geeft ons het voedsel dat ons sterk genoeg maakt om in staat te zijn ons eeuwige thuis te bereiken. Paus Sint Pius X, nadat hij de Jansenistische dwaling, die dit ontkende, veroordeelde, leert dat Onze Lieve Heer van ons verlangt dat wij Hem dagelijks in het Sacrament van het altaar ontvangen. Dit vrome gebruik versterkt de band met Onze Lieve Heer en is de beste manier om onze ziel in een staat van genade te houden.

Geliefde broeders, de Heer is onze sterkte en ik hoop dat jullie niet zo dom zijn om hem af te wijzen. Het feit is dat zonder Hem jullie telkens weer in doodzonde zullen vervallen. Maar God geeft jou de middelen om je ziel in een staat van genade te houden. Beledig hem niet door Zijn genadegaven af te wijzen. Moge Onze Lieve Vrouw ons leiden naar het altaar en ons helpen met de voorbereiding op de ontvangst van de Heilige Communie. Dat is al het vroege begin van de Hemel.

Vertaald uit het Engels Bron: http://defidecatholica.blogspot.com/2006/07/lord-is-strength-of-his-people-and.html