dinsdag 16 april 2013

De heiligheid van de liturgie naar het getuigenis van de kerkvaders

Mgr. Athanasius Schneider ORC (Astana, Kazachstan)
Verkorte versie van een voordracht

Aanbidding in Geest en Waarheid

Vanaf de apostolische tijd tot aan vandaag de dag is onze de Moeder de Heilige Kerk met grote zorg erop bedacht aan God een dusdanige cultische verering te doen toekomen die Zijn grote Heiligheid waardig is. Daarom bidt de Kerk tot God de Vader door Jezus Christus in de Heilige Geest, zoals men in de woorden van Jezus tot de Samaritaanse vrouw kan zien: “God is geest, en wie Hem aanbidden, moeten in Geest en Waarheid aanbidden”. Alleen in de Heilige Geest kan men Jezus waarlijk als de Heer, dat is als God, aanbidden. Daarom zegt de heilige Paulus: “Niemand kan zeggen 'Jezus is de Heer', dan alleen door de Heilige Geest”. De eerste bede in het Gebed des Heren luidt: “Uw Naam worde geheiligd”. Dus, wanneer iemand God “in Geest en waarheid” wil aanbidden, moet hij zich ervan bewust zijn dat God de Allerheiligste is en dat de biddende daarom ook in zijn uitwendige houding eerbiedig moet zijn.

In zijn hogepriesterlijk gebed spreekt Jezus tot zijn Vader met de woorden “Heilige Vader”. En Hij bidt tot de Vader “verheerlijk uw Zoon, opdat uw Zoon U verheerlijke”. Onze Heer Jezus Christus is de ware aanbidder van de Vader. Zijn woorden en Zijn voorbeeld zijn de eigenlijke basis voor het juiste begrip van de hervorming van de liturgie. De Kerk van de Apostelen en de Vaders van de eerste eeuwen heeft de ware geest van de liturgie, zoals zij door onze Goddelijke Meester Jezus Christus verwerkelijkt werd, getrouw ontvangen en in de daad omgezet. De Kerk moet haar liturgische praxis altijd aan de geest en aan de norm van de Heilige Kerkvaders meten, in het bijzonder in perioden van liturgische crisis. Niemand kan in aller ernst ontkennen dat de Kerk in onze tijd een diepe crisis van de liturgie doormaakt, die in het bijzonder het geheim van de heilige Eucharistie treft.

Lees verder (pdf)