dinsdag 3 december 2013

Vaticanum II - Grondhouding (1)

Wat mij het meest opvalt bij het lezen van wat er zoal over het Tweede Vaticaans Concilie wordt geschreven - naast dat de verschillende kanten van het spectrum zo af en toe de neiging hebben elkaar op meer of minder subtiele wijze voor rotte vis uit te maken - zijn de naar onze democratische maatstaven opvallende stemverhoudingen waarmee de documenten van het concilie uiteindelijk, vaak na een lang een soms ook moeizaam vormingsproces, worden goedgekeurd. Uitslagen zoals bijvoorbeeld 2147 voor en 4 tegen (Sacrosanctum Concilium), of in het slechtste geval 1980 voor en 164 tegen (Inter mirifica). Ik denk dat onze minister president bij dergelijke  stemverhoudingen van zijn stoel zal vallen, evenals de minister van financiën die zo een groot 'parlement' moet betalen. Nu zou je kunnen zeggen dat het allemaal vooropgezet spel is, en de bisschoppen alleen als ja-knikkers fungeerden, maar dat is als je het verloop van het concilie beschouwd zeker niet het geval.
 
Karl Rahner zegt, in een op 12 december 1965 te München, ter gelegenheid van het afsluiten van het conclie, gehouden lezing het volgende over dit fenomeen: " Das eigentlich geistesgeschichtlich Erstaunliche und Wunderbare an diesem Konzil in Freiheit aber besteht darin, daß es ihm gelang, in dieser Freiheit zu einer gemeinsamen Aussage und einem gemeinsamen Entschluß zu kommen. [...] Natürlich ist - da und dort - solche Einheit in Freiheit mühsam errungen und gewonnen auch durch Offenlassen von Fragen oder mit etwas, das auf den ersten Blick - wie ein slechter Kompromiß aussehen mag. Aber es ist eben doch wahre Einheit in echter Freiheit verwirklicht worden."  [Karl Rahner, Das Konzil - ein neuer Beginn, Herder, Freiburg im Breisgau 2012, blz. 27-28]
 
Blijkbaar was het de wens van het concilie als geheel om als geheel te onderwijzen, te besturen en te heiligen. Dit vormt volgens mij een belangrijke hermeneutische sleutel - een hermeneutische uitdaging. Tevens noopt dit mij - meer dan tweeduizend bisschoppen die gezamelijk met de paus de drie munera uitoefenen - tot een grondhouding bij iedere benadering van het concilie, de grondhouding van de leerling gezeten aan de voeten van zijn leraar, luisterend naar dat wat, in dit geval de concilievaders als geheel, leren. Natuurlijk mag een leerling kritische vragen stellen - de rondvliegende vis van hierboven geeft daar genoeg aanleiding toe -, maar altijd vanuit de juiste grondhouding, gezeten aan de voeten van zijn leraar.

dinsdag 2 juli 2013

Een gedachte bij het lezen van "Vom Geist der Liturgie"

"Ein Gebet aber, das für den Alltag und für die Gesamtheit bestimmt ist, muss massvoll bleiben. Setzt es stark angespannte, unausgeglichene Gefühle voraus, so schliesst es eine doppelte Gefahr in sich. Entweder es wird vom Betenden ernst genommen: dann muss es sich zu Empfindungen zwingen, die er überhaubt nicht, oder jetzt nicht hat. Das kann sein geistliches Fühlen unnatürlich, unwahr machen. Oder aber die Natur hilft sich, nimmt die Sätze in einem kühleren Sinn, als sie dastehen, und dann ist das Wort entwertet." [Romano Guardini, Vom Geist der Liturgie, Grünewald/Schöningh, 21e druk, blz. 23]

Het bovenstaande overwegende vraag ik mij af in welke mate opwekkingsliederen en dergelijke geschikt zijn voor de liturgie.

dinsdag 16 april 2013

De heiligheid van de liturgie naar het getuigenis van de kerkvaders

Mgr. Athanasius Schneider ORC (Astana, Kazachstan)
Verkorte versie van een voordracht

Aanbidding in Geest en Waarheid

Vanaf de apostolische tijd tot aan vandaag de dag is onze de Moeder de Heilige Kerk met grote zorg erop bedacht aan God een dusdanige cultische verering te doen toekomen die Zijn grote Heiligheid waardig is. Daarom bidt de Kerk tot God de Vader door Jezus Christus in de Heilige Geest, zoals men in de woorden van Jezus tot de Samaritaanse vrouw kan zien: “God is geest, en wie Hem aanbidden, moeten in Geest en Waarheid aanbidden”. Alleen in de Heilige Geest kan men Jezus waarlijk als de Heer, dat is als God, aanbidden. Daarom zegt de heilige Paulus: “Niemand kan zeggen 'Jezus is de Heer', dan alleen door de Heilige Geest”. De eerste bede in het Gebed des Heren luidt: “Uw Naam worde geheiligd”. Dus, wanneer iemand God “in Geest en waarheid” wil aanbidden, moet hij zich ervan bewust zijn dat God de Allerheiligste is en dat de biddende daarom ook in zijn uitwendige houding eerbiedig moet zijn.

In zijn hogepriesterlijk gebed spreekt Jezus tot zijn Vader met de woorden “Heilige Vader”. En Hij bidt tot de Vader “verheerlijk uw Zoon, opdat uw Zoon U verheerlijke”. Onze Heer Jezus Christus is de ware aanbidder van de Vader. Zijn woorden en Zijn voorbeeld zijn de eigenlijke basis voor het juiste begrip van de hervorming van de liturgie. De Kerk van de Apostelen en de Vaders van de eerste eeuwen heeft de ware geest van de liturgie, zoals zij door onze Goddelijke Meester Jezus Christus verwerkelijkt werd, getrouw ontvangen en in de daad omgezet. De Kerk moet haar liturgische praxis altijd aan de geest en aan de norm van de Heilige Kerkvaders meten, in het bijzonder in perioden van liturgische crisis. Niemand kan in aller ernst ontkennen dat de Kerk in onze tijd een diepe crisis van de liturgie doormaakt, die in het bijzonder het geheim van de heilige Eucharistie treft.

Lees verder (pdf)