maandag 21 maart 2005

De katholieke kerk is die van Christus

Prof. J.P.M. van der Ploeg O.P. uit, 'De ene Kerk', Katholiek Maandblad, Mei 2000, 12 jrgang no. 5 Pius XII begint zijn encycliek Mystici Corporis met te zeggen dat dit lichaam de Kerk is (quod est Ecclesia). Gelijk men weet is deze duidelijke uitspraak op Vaticanum II niet met dezelfde woorden herhaald, maar wel vinden wij er gelijkwaardige omschrijvingen. In Lumen Gentium (over de Kerk) wordt gezegd dat Christus, de enige Middelaar, op aarde een zichtbare Kerk gesticht heeft, die organisch is ingericht en het mystiek Lichaam van Christus is. Zij is zowel zichtbaar als geestelijk van aard (nr. 8). Dit is "de enige (unica) Kerk van Christus" die wij in het Credo belijden, lezen wij verder, die de Heer na zijn verrijzenis aan Petrus heeft toevertrouwd om haar te weiden (Joan. 21, 17); aan hem en aan alle apostelen heeft Hij de opdracht gegeven haar te verbreiden en te besturen. "Deze Kerk, heet het dan verder, bestaat (subsistit) in de katholieke Kerk, die door de opvolger van Petrus, en de bisschoppen die in gemeenschap met hem leven, wordt bestuurd" (l.c.). Ondanks het feit dat in deze uitspraak "bestaat in" wordt gezegd en niet eenvoudig "is", is het duidelijk dat voor het concilie de huidige (rooms-) katholieke Kerk de ware Kerk van Christus is. Om de uitdrukking "bestaat in" is op bet concilie gestreden. Ze is ten slotte aangenomen om wat in de hier volgende woorden wordt gezegd: "ofschoon er buiten haar verband (= van de katholieke Kerk) verscheidene elementen van heiliging en waarheid worden gevonden, die, als gaven aan de Kerk van Christus eigen, gericht zijn op (impellunt ad) de katholieke eenheid" (l.c.). Het mag zijn dat bij diegenen die het woord "is" niet wilden gebruiken er waren die de juistheid daarvan betwijfelden of erger; maar die hebben dan hun doel niet bereikt, zoals ook uit andere verklaringen van Vaticanum II blijkt. Het decreet over het oecumenisme van hetzelfde concilie spreekt over de enige Kerk van God (unica Dei Ecclesia, nr. 3), die door Christus is gesticht, aan Petrus en de apostelen is toevertrouwd en nu wordt bestuurd door hun opvolgers, met die van Petrus aan het hoofd (nr. 2). Al vroeg zijn schisma's ontstaan (1 Cor. 11 vv.; 11, 22) en ook later hebben delen ervan zich afgescheiden (nr. 3). Het decreet maakt overal onderscheid tussen de (rooms-) katholieke Kerk en de daarvan gescheiden gemeenschappen, van welke het zegt dat zij "niet ten volle" met haar verenigd zijn (l.c.). Ook in de verklaring over de godsdienstvrijheid vinden wij deze leer. In het begin daarvan is sprake van de "traditionele katholieke leer van de zedelijke plicht van mensen en gemeenschappen ten aanzien van de ware godsdienst en de enige (unicam) Kerk van Christus" (nr. l). Deze uitspraak volgt na een andere, waarin wordt gezegd dat "de enige ware godsdienst bestaat (subsistit) in de katholieke en apostolische Kerk". In nr. 14 wordt erop gewezen dat de gelovigen hun geweten moeten vormen "naar de ware en zekere leer van de Kerk. Door de wil van Christus is de katholieke Kerk immers de leermeesteres der waarheid"en het is haar taak deze waarheid en de beginselen der zedenleer "met haar gezag te verkondigen (declaret) en te bevestigen". De "enige Kerk van Christus", waarvan deze verklaring spreekt, kan geen andere zijn dan de Kerk van het 2de Vaticaanse Concilie, dat is de Kerk die de rooms-katholieke heet en is. Daar komt nog bij dat dezelfde dogmatische Constitutie over de Kerk Lumen Gentium, waarin wordt gezegd dat die Kerk van Christus bestaat (subsistit) in de katholieke Kerk, de plaats en de voorrechten die aan haar hoofd, de opvolger van Petrus te Rome, volgens Vaticanum I (1870) toekomen, uitdrukkelijk noemt en bevestigt. De paus van Rome, zo lezen wij er, is het hoofd van het bisschoppencollege en van de Kerk, die in zijn de hele Kerk bindende plechtige uitspraken onfeilbaar is, door een bijzonder voorrecht hem door Christus geschonken (nr:25). Uit dit alles is het meer dan duidelijk dat Vaticanum II aan de overgeleverde leer dat de (rooms-) katholieke Kerk de Kerk van Christus is, niets heeft veranderd. Diegenen, bisschoppen of "periti", die op het concilie misschien een andere mening waren toegedaan, hebben het niet verder gebracht dan dat het woord "is" vervangen is door "bestaat in". De betekenis van zoiets moet men niet onderschatten, maar wie zeggen dat de Kerk hiermee haar tot dusver geldende leer heeft opgegeven, misleiden hun lezers en hoorders. Dit laatste had vermeden kunnen worden, wanneer de met pauselijk gezag in het begin van zijn encycliek over de Kerk (Mystici Corporis van 29.6.1943) door Pius XII gebruikte woorden waren herhaald: het Mystiek Lichaam van Christus is de Kerk (Het Mystiek Lichaam van Christus, dat de Kerk is). Met deze woorden begint de beroemde Encycliek zelfs.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten