zaterdag 3 maart 2007

Bisschop Schneider: De beklagenswaardige strategie van de handcommunie

[Vertaald uit het Duits, bron: Una Voce Korrespondenz, 37. Jahrgang, Heft 1, Jan./Feb. 2007]

Vooropmerking [van de redactie van de UVK]: In het Tijdschrift “Sapientia Crucis” (Revista Filosofico – Teológica) van het Institutum Sapientiae (Anápolis Brasilien) bevindt zich in nummer 7 (VII-2006) een lezenswaardige bijdrage “Cum Amore et Timore – O modo de distribuir a Sagrada Comunhão” van Athanasius Schneider (blz. 157 – 175) over de onzinnigheid van de handcommunie. Het op een hoog wetenschappelijk niveau staande artikel toont aan de hand van een grote hoeveelheid van citaten uit de bronnen aan, dat het teruggaan van handcommunie op de vroege Kerk onhoudbaar is. Het artikel is in het Portugees verschenen; de geleerde auteur heeft echter op ons verzoek een Duitse samenvatting gemaakt, die wij hier onze lezers voorleggen.
Athanasius Schneider (geboren 1961) is regulierskanonnik van de orde van het Heilige Kruis en een uitstekende kenner van de patristiek: zijn dissertatie (1999 aan het Patristiek Instituut Augustinum in Rome) behandeld de symboliek van de “Herders van Hermas”. Athanasius Scheider werd op 8 april 2006 tot hulpbisschop in Karaganda (Kasachstan, Centraal Azië) benoemd.

Ik ben er steeds meer van overtuigd dat de toestand waarin zich het Allerheiligste van de Kerk, de Eucharistische Heer, bevindt, werkelijk betreurenswaardig is, en dat staat juist in oorzakelijke samenhang met het huidige gebruik van de handcommunie. Naar mijn weten is het op deze schaal nog nooit zo in de geschiedenis van de Kerk geweest.
Het is ook te betreuren dat blijkbaar steeds meer bisschoppen aan deze situatie gewend raken. Aan de andere kant wordt het huidige gebruik van de handcommunie, die zich van het gebruik van de handcommunie in de vroege kerk op wezenlijke punten onderscheid, met een bepaalde strategie wereldwijd gepropageerd. Objectief gezien ontstaat een massieve ontheiliging en banalisering van het Allerheiligste, dat niet zomaar iets is, maar de goddelijke persoon Jezus Christus Zelf, die onder de eucharistische gedaanten werkelijk in Zijn Godheid en Mensheid tegenwoordig is. Daarom is naar mijn mening de toestand, die naar aanleiding van het gebruik van de handcommunie ontstaan is en voortgaat te ontstaan, als wezenlijk ernstiger te beschouwen als het probleem van de hervorming van de ritus van de Heilige Mis. Moge God de bisschoppen doen opwaken en dat zij de eucharistische Heer in de Kerk mogen beginnen te verdedigen, die door de herders van de kerk zelf zo beschermloos in de handen van de mensen werd overgeleverd. Want hier geld .volledig de uitspraak van de apostelen “Dominus est!” (Joh. 21, 7) of van de heilige pastoor van Ars: “Il è lè!”
Uit de volgende woorden van de heilige Johannes Chrysostomus, de doctor eucharisticus, kan men de vrome houding van de patristische tijd (waarop zich de propagandisten van het huidige gebruik van de handcommunie valselijk of tendentieus beroepen) met betrekking tot de uiterlijke en innerlijke houding bij het ontvangen van de Heilige Communie zeer indrukwekkend samengevat zie: “Gij hebt hier [bij de Communie] een veel verhevener teken gekregen als de Joden in het Allerheiligste van de Tempel. In u wonen inderdaad niet de Cherubijnen, maar de Heer van de Serafijnen zelf. Gij hebt niet de ark, niet het manna, niet de stenen tafelen en niet de aäronsstaf, maar het Lichaam en het Bloed van de Heer, de Geest in plaats van de Letter, de Genade, die ieder menselijk denken overstijgt, gij hebt een ondoorgrondelijke Gave” (Hom. In Ps. 133, 2: PG 55, 386). En ergens anders spreekt de heilige kerkleraar tot het geweten van die priesters die lichtvaardig en zonder mensenangst onwaardig het lichaam van de Heer uitdelen: “Zelfs wanneer iemand uit onwetendheid nader komt, zo weiger het hem, wees niet bang. Wees eerder bang voor God, en niet voor de mensen. Ik ben eerder bereid te sterven, dan het Bloed van de Heer op onwaardige wijze uit te delen. Eerder zal ik mijn bloed vergieten, dan het kostbaarste Bloed van de Heer op een Hem onwaardige manier uit delen. Wanneer wij zo handelen, zullen velen het Lichaam van de Heer op een waardige wijze ontvangen en wij vanwege onze zorg om het heil van de ander een groot loon van de Heer ontvangen” (Hom. 82, 6 in Ev. Io: PG 58, 746).
Mooie uitspraken over de Eucharistie zijn vandaag niet voldoende, en nuttig zijn ze ook niet. Als daarom de bisschoppen nu zouden beginnen werkelijke voor de eucharistische Heer heel, heel concreet te zorgen! Zolang de actuele huilenswaardige situatie met de eucharistische Heer voortduurt, en dat voor het grootste deel vanwege het huidige gebruik van de handcommunie, kan het kerkelijke leven niet werkelijk gezond worden. Want het gaat hier eigenlijk niet om een ritusstrijd, maar werkelijk om het hart van de Kerk, om de meest geliefde, allerheiligste Heer zelf: Dominus est!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten