dinsdag 5 juni 2007

Ratzinger over de Nieuwe Katechismus

Prof. Jos. Ratzinger van Tübingen, die in progressieve kringen “progressief” heeft en die behoorde tot de commissie van internationaal befaamde theologen, die de kardinalen-commissie inzake de N.K. Bijstond, heeft volgens Der kath. Gedanke van maart 1969 in Heidelberg een lezing gehouden voor de Vereinigiung Katholischer Akademiker over de N.K.

“Op de katholiekendag in Essen, zo deelde prof. Ratzinger zijn toehoorders mede, was de vermelding van de Hollandse katechismus voldoende, om de deelnemers tot spontane bijval te begeesteren, hoewel slechts weinigen van hen destijds het boek gelezen konden hebben.”

Prof. Ratzinger geeft de positieve eigenschappen van de N.K. alle eer, echter:

“De hele katechismus ademt menselijkheid en warmte. En toch begint precies daarmee zijn problematiek; men moet zich afvragen, of hier nog de volle 'extase' van het geloof naar een ander gericht plaats vindt of of niet bij de fenomenologie halt gemaakt wordt.”

“Bij het kernstuk van het boek, het hoofdstuk over het 'leven van Jezus', wordt deze moeilijkheid evident. Er kan toch slechts vastgesteld worden, het 'het' van zijn existentie, niet het 'hoe'. De auteurs echter behielpen zich hier een beetje te nadrukkelijk met de methode van de psychologisering vooruit, zo als het over de twaalfjarige Jezus in de tempel gaat: 'Een intelligente jongen ontdekt zijn roeping'. Ook de voorstelling van de erfzondeleer kan niet bevredigen. Heel orthodox wordt eerst verzekerd, dat de zonde van Adam elke mens vooruit gaat, een bladzijde verder echter: 'het begin komt geen betekenis toe.' Na ruggespraak met de auteurs geeft de Duitse vertaling toe, dat over 'de betekenis van het begin nog nagedacht moet worden'. Ook de genade wordt in het hoofdstuk over de 'verlossing' niet in haar volle dialectiek gezien. Onnauwkeurige informatie in de exegese n in de kerkgeschiedenis zijn verdere gebreken, die prof. Ratzinger als kritisch onderzoekend wetenschapsman bij de Hollandse katechismus moest vaststellen.

Tegenstrijdig is voorts, dat het katholieke als op het Seinsmäszige betrekking hebbende wordt geïnterpreteerd – als onderscheiden van het evangelische, dat op het woord gericht zou zijn -, daarbij wordt echter aan het probleem van het zijn in de katechismus zelf voorbij gegaan. De vraag naar God wordt al te zeer tot de levensgeschiedenis van Jezus gereduceerd, in deze zin alsof er in het geheel niet de indringende vragen van de moderne theologie zouden zijn. Het op bepaalde punten falen van de Hollandse katechismus is echter evenzeer belangrijk als zijn slagen,want falen en slagen weerspiegelen het beeld van de Kerk in een tijd van overgang met haar hoop en in gevaar komen. de Hollandse katechismus is niet de reeds gevonden oplossing, maar de 'dramatische uitdrukking daarvan, dat de oplossing te vinden ons opgedragen is.”

[Uit, confrontatie, extra mei-nummer 1969 – No. 48]

1 opmerking:

  1. Anoniem11:46 p.m.

    Erg vreemde benadering van een ketterse katechismus. Op zijn zachtst gezegd. Valt mij erg tegen.

    BeantwoordenVerwijderen