Het nieuwe van de christelijke opstandingsboodschap
Verrijzenis van Christus (16e eeuw, olie op hout, omgeving van Christoph Schwarz, bron: Wikimedia Commons) |
Reeds Origenes1
weerlegde begin van de derde eeuw de later ook door de
godsdienstcritici van de verlichting geponeerde bewering, dat de
apostelen “bedrogen bedriegers” zouden zijn geweest. Door
een charlatan, Jezus geheten, zouden de apostelen drie jaar lang zijn
bedrogen. Door de dood van Jezus gedesavoueerd, zouden de apostelen,
om hun vergissing te verbergen, na de executie de boodschap hebben
verspreid dat Hij opgestaan zou zijn en aan hen verschenen. Wie zou
voor zo een leugen zijn leven op het spel zetten, zoals de apostelen
gedaan hadden, die zich voor hun getuigenis zelfs lieten doden, vroeg
Origenes.2
De bereidheid tot het martelaarschap van de eerste leerlingen en
christenen werd tot een belangrijk apologetisch argument voor de
juistheid van de
opstandingsboodschap.
“Waar de Christenen
hun vertrouwen aan ontlenen, is de opstanding van de doden. Door haar
zijn wij gelovigen geworden”, constateerde rond 200 na Christus
de Noord-Afrikaanse kerkelijke schrijver Tertullianus.3, 4
Met deze woorden zinspeelt hij erop hoe voor veel mensen uit de
Oudheid de christelijke opstandingsboodschap een belangrijk algemeen
bekend motief voor hun bekering tot het christendom was.5
Hoe sterk de vroegchristelijk hoop op opstanding in de verrijzenis
van Christus was gegrondvest en in de opgestane de garantie en
wegbereider van de eigen opstanding zag, toont zeer mooi het
overlijdensgebed, dat Gregorius van Nyssa6
zijn zuster Macrina in de mond legt:
“Heer, Gij hebt ons de angst voor de dood weggenomen. Gij
hebt het einde van het aardse leven tot begin van het ware leven
gemaakt. Gij laat het lichaam een tijdlang in slaap rusten en wekt
haar weer door bazuingeschal tot het laatste gericht.
Gij geeft ons lichaam, door Uw handen uit aarde gevormd, de
aarde tot zorg, en wat U haar gaf, vordert U weer terug en verandert
in onsterfelijke heerlijkheid wat aan ons sterfelijk en mismaakt is.
Gij hebt ons aan de vloek en de zonde ontrukt,
omdat Gij beide voor ons geworden bent.
Gij hebt de kop van de draak vertrapt, die de mens met zijn bek
in de afgrond van de ongehoorzaamheid wilde meesleuren.
Gij hebt de poorten van de hel afgebroken. Gij hebt de vorst
van de dood teniet gedaan en ons zo de weg naar de opstanding
gebaand. Zij die u vrezen, gaf U een teken: Uw heilig Kruis, tot de
overwinning van de vijand en tot bescherming van het leven.”7
De
bevrijding van de dood, vanuit de godsdiensten van de
oudheid bezien en door de mysteriecultussen beloofd, bezat dus een
unieke garantie in de opstanding van Christus. Welke beelden,
symbolen en begrippen gebruikten de christenen van de eerste eeuwen
om dat “wat geen oog ooit gezien, geen oor ooit gehoord had”
voorstelbaar te maken?
De Herder (Catacomben van Priscilla, bron: Wikimedia Commons) |
De filosoof (waarschijnlijk sint Paulus, bron Wikimedia Commons) |
Dezelfde symbooltaal spreekt het kort voor 200 ontstane
grafschrift van de Phrygische romepelgrim Abercius: “Ik ben
jongeling van de heilige Herder, die zijn kudde weid op bergen en in
dalen. Hij heeft mij... betrouwbare kennis geleerd.”13
Betrouwbare kennis, grámmata pistá, over dat, wat aan de
andere kant van de drempel des doods de mensen te wachten staat. De
geleerde benedictijn en latere kardinaal Pitra (19e eeuw)
breidde deze uitdrukking op basis van Johannes 6, 69 (“Gij
hebt woorden van eeuwig leven”) zelfs uit tot Grammata pistá : betrouwbare kennis van het leven.14
Deze onvergelijkbare zekerheid, die uit de literaire bronnen en de
vroeg christelijke beeldhouwkunst spreekt, ontging ook de heidenen
niet. In de dialoog “Octavius” van Minucius Felix (1e
helft van de derde eeuw) was voor de Heiden Caecilius deze
geloofszekerheid van de christenen zo geprononceerd, dat “men
haast van mening kon zijn, zij hadden reeds een opstanding achter
zich!”15
In het “handboek van de oud-christelijke epigrafie”
schreef in 1917 Carl Maria Kaufmann: “Wie zich door de
religieuze onzekerheid en troosteloosheid van de heidense
grafschriften heen werkt, wie de gehele onsamenhangendheid en
veelvormigheid van het latere mysteriewezen in het religieus
syncretisme van de vroege keizertijd beziet, die ontmoet als een
onvatbaar wonder het credo van de oervaders wanneer hij afdaalt in
de necropolissen met hun gedenkmonumenten van de gelijktijdige
christenheid. ... Niets klinkt waardiger, duidelijker, overtuigender
als de monumentale taal van die stenen, waarin de dode of overlevende
haar belijdenis en de zekere hoop optekenen liet...”16
Drie jongelingen in de vuuroven (Catacomben van Priscilla, bron: Wikimedia Commons) |
Noë in de Ark (catacombeschildering, bron: Wikimedia Commons) |
Deze mysteriebeelden geven ook vorm aan de liturgie. In de
sterfgebeden van het Rituale Romanum, die op de oudste tijden
teruggaan (vroegste bronnen uit
de 8e eeuw), wordt gebeden (commendatio animae):
“Bevrijd, o Heer, de ziel van uw dienaar, zoals gij Noë
bevrijd hebt van de zondvloed...
Bevrijd, o Heer, de ziel van uw dienaar, zoals gij Daniël
bevrijd hebt uit de leeuwenkuil.
Bevrijd, o Heer, de ziel van uw dienaar, zoals gij de drie
jongeling bevrijd hebt uit de gloeiende vuuroven...
Bevrijd, o Heer, de ziel
van uw dienaar, zoals gij Susanna bevrijd hebt van de valse
aanklacht.”
Dit is een zogenaamd
paradigmengebed. Paradigma betekend voorbeeld. Het is een “manier
van bidden die, in de wetenschap van de aan zichzelf trouw blijvende
God, God aan bepaalde heilsdaden herinnert die Hij in het verleden
heeft gesteld, om Hem te bidden iets soortgelijk ook in het heden te
doen. Het in herinnering roepen van voorbeelden (paradigma's) van
vroeger goddelijk heilshandelen rechtvaardigt het vertrouwen dat
Diegene die gered heeft, ook nu redt.”18
De centrale
nieuwtestamentische afbeelding was reeds in de oudste
catacombeschilderingen de opstandig van Lazarus. Zij geeft
uitdrukking aan de zekerheid van de opstanding van het lichaam.
Anders dan bij alle vroegere verlossingssymbolen treedt nu Christus
zelf als de redder van de dood op, wanneer hij het lijk van Lazarus
uit zijn grafkamer naar buiten, naar het leven, roept. Precies in
deze scene wordt Christus nu vaker zelf als filosoof afgebeeld. Men
wilde niet tonen hoe Christus eruit gezien had, maar wie en wat hij
is: de volkomen filosoof. Friedrich Gerke scheef in zijn boek
“Christus in de
laat-antieke beeldhouwkunst”
zeer mooi en aanschouwelijk: Christus verschijnt in het gewaad van
die Hem geroepen heeft.19
“De filosofie, de
zoektocht naar de zin in het aangezicht van de dood, wordt nu
voorgesteld als de vraag naar Christus. In de opwekking van Lazarus
staat Hij daar als de filosoof die werkelijk antwoordt omdat Hij de
dood verandert en zo ook het leven verandert.”20
1 Noot
vertaler: 184/185 – 253/254 na Chr.
2 Zie
Contra Celsum 1,31; 2,10.12.15f.56; 3,23.
3 Noot
vertaler: circa 160 tot 230 na Chr.
4 De
resurrectione 1,1.
5 Zie
G. Bardy, Menschen werden Christen. Das Drama der Bekehrung in den
ersten Jahrhunderten, Freiburg i. Br. 1988, 98, 154f.
6 Noot
vertaler: circa 335 tot 395 na Chr.
7 Vita
Macrinae 24. Zie ook: A. Hamann, Gebete der ersten Christen,
Düsseldorf 1963, nr. 258.
8 Zie
J. Ratzinger, Wesen und Auftrag der Theologie, Freiburg 1993, 11f;
F. Gerke, Christus in der spätantiken Plastik, Mainz, 31948., 5f.
9 Gerke,
Christus in der spätantiken Plastik, 5.
10 Zie:
H.I. Marou, Geschichte der Erziehung im klassischen Altertum,
München 1977, 195-197.
11 Noot
vertaler: Pythagoras (circa 572 tot 500 voor Chr.) leerde de
reïncarnatie van de ziel totdat zij onsterfelijk zou worden.
12 F.
Gerke, Ideengeschichte der ältesten christlichen Kunst: Zeitschrift
für Kirchengeschichte 59 (1940) 1 102, 58
13 Zie:
C.M. Kaufmann, Handbuch der altchristlichen Epigraphik, Freiburg I.
Br. 1917, 169-180.
14 Zie:
Kaufmann, Epigraphik, 174 Anm. 1.
15 Octavius
11,2
16 Kaufmann,
Epigraphik, 160.
17 J.
Ratzinger, Der Geist der Liturgie, Freiburg i. Br. 62002, 100f.
18 A.
Heinz, Paradigmengebet: LthK3 7, 1367
19 Gerke,
Christus in der spätantiken Plastik, 8.
20 Ratzinger,
Wesen und Auftrag der Theologie, 12.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten